Speel-leergroepen voor Oekraïense kinderen:

“Met handen en voeten elkaar verstaan”

Nu steeds meer vluchtelingen uit Oekraïne zich in Nederland vestigen, is er behoefte aan opvang en onderwijs voor de kinderen die meekomen. Op verschillende plekken in ons werkgebied biedt Spring daarom in overleg met de gemeente en onderwijs zogeheten speel-leergroepen. Zodat de kinderen een plek hebben waar ze zich veilig kunnen voelen, spelen met vriendjes en de gebeurtenissen van de oorlog kunnen verwerken. Coördinerend manager Bep Zegers vertelt over haar eerste ervaringen.

Bep Zegers

“Er is vooral behoefte aan opvang voor kinderen van 4 en 5 jaar. In Oekraïne gaan kinderen namelijk pas vanaf 6 jaar naar school en in Nederland natuurlijk vanaf 4 jaar. Niet alle kinderen kunnen dan ook meteen meedraaien in het Nederlandse onderwijs en hebben nog enige begeleiding nodig voordat ze in kunnen stromen. Daarom hebben wij vanuit het onderwijs en de gemeentes de vraag gekregen wat wij voor hen kunnen betekenen.”

Weer ‘gewoon’ spelen

Naast het voorbereiden op het onderwijs, hebben de groepen een belangrijke andere functie: de kinderen weer kind laten zijn. “Je merkt aan het spel van sommige kinderen dat ze een oorlogservaring hebben. Er zit veel oorlog in hun spel. Kinderen laten ‘bommen' vallen, doen sirenes na en van alles wordt een geweer gemaakt. Dat is pijnlijk om te zien. We proberen dit zoveel mogelijk naar de achtergrond te dringen zodat kinderen weer ‘gewoon’ kunnen gaan spelen. Daarnaast is er natuurlijk verschil in cultuur. Ook daar moeten de kinderen aan wennen. Gelukkig zie je dat de meeste kinderen zich snel aanpassen en zijn er ook al kinderen vanuit de speel-leergroep doorgestroomd naar het reguliere onderwijs.”

Organisatorische uitdagingen

In Helmond, Venlo en Lomm zijn inmiddels de eerste speel-leergroepen gestart. Dat je dan met verschillende uitdagingen hebt te maken, weet Bep als geen ander. “Deze speel-leergroepen staan los van onze reguliere opvang", vertelt Bep. “Zoals veel ouders weten zit onze reguliere opvang flink vol. We hebben dus simpelweg lang niet overal genoeg plek om de groepen in onze reguliere opvang te integreren. De speel-leergroepen in Venlo en Helmond vinden dan ook plaats op plekken die de gemeente beschikbaar kan stellen. In Lomm was wel ruimte bij het peuteraanbod. Daar spelen de kinderen samen met de peuters.”

"De medewerkers die op deze groepen werken zijn bereid om tijdelijk wat extra uren te maken. En omdat deze groepen niet onder de wet Kinderopvang vallen kunnen ook vrijwilligers meehelpen. Deze vrijwilligers zijn echt goud waard.”

Daarnaast is de begeleiding op de groepen een knelpunt. “Belangrijk voor ons is dat dit niet ten koste gaat van onze reguliere opvang. We willen graag helpen natuurlijk, maar hebben als sector ook te maken met krapte op de arbeidsmarkt en we komen uit de extreem drukke corona tijd. Gelukkig zijn de speel-leergroepen vooralsnog tijdelijk tot de zomervakantie. Het is ook geen volledige dag aanbod. Maar gaat om twee of drie ochtenden in de week. De medewerkers die op deze groepen werken zijn dan ook bereid om tijdelijk wat extra uren te maken. En omdat deze groepen niet onder de wet Kinderopvang vallen kunnen ook vrijwilligers meehelpen. Deze vrijwilligers zijn echt goud waard.”

Handen en voeten

Een ander praktisch probleem is de taal. “Oekraïens is zo anders dan Nederlands en de meeste kinderen spreken nog geen Engels. Het is vooral met handen, voeten en plaatjes proberen dingen duidelijk te maken. Gelukkig zijn er (naast enkele medewerkers en vrijwilligers die Oekraïens spreken) best wat ouders en oudere broers of zussen bereid om te tolken en het Oekraïens naar het Engels te vertalen. Dit is heel erg welkom!”

Passie en aandacht

“Dit samen maakt wel dat het slechts beperkt mogelijk is om speel-leergroepen te openen. We hebben gewoon niet voldoende ruimte en beschikbare medewerkers om een volle week opvang te realiseren. Maar we doen wat we kunnen. Samen met andere organisaties en onderwijs kijken we wat er wel mogelijk is. Het wel heel mooi om te zien dat er heel veel passie en aandacht is bij iedereen die op de groep werkt. Ook de samenwerking met het onderwijs is veel intensiever en we weten elkaar goed te vinden. Iedereen helpt elkaar.”